La version française de cet entretien est disponible ici.
Bijna tien jaar geleden werden de overblijfselen van Richard III (1452-1485) gevonden onder een parkeerplaats in de stad Leicester, in het centrum van Engeland. Voor historici was dat een gelegenheid om terug te komen op de ware geschiedenis van deze soeverein, wiens imago door de eeuwen heen zwaar geschonden was, vooral door de beeldvorming door Shakespeare in het naar Richard III genoemde stuk. Terwijl veel leden van de familie van Richard III door de Engelsen aan de schandpaal werden genageld na het einde van de Rozenoorlogen en de machtsovername door de Tudors, blijven de Belgen, en in het bijzonder de Mechelaars, zeer gehecht aan zijn zus, Margaretha van York. Paul Delbaere, gids in Mechelen, was zo vriendelijk om onze vragen te beantwoorden over deze Engelse prinses die Bourgondisch werd… en dus Belgisch!

Wapenschilden van Karel de Stoute en Margaretha van York
op het torentje van Margaretha’s voormalige paleis in Mechelen
© Cécile Delperdange
Teksten verzameld en aangepast door Thomas Ménard.
Margaretha van York werd geboren in 1446, tijdens het bewind van haar neef Hendrik VI van het huis van Lancaster. Tweeëntwintig jaar later werd ze hertogin van Bourgondië. Ondertussen groeide ze op in Engeland dat geteisterd werd door een burgeroorlog. Kun je ons iets vertellen over deze eerste fase van haar leven?
Margaretha van York (1446-1503) was de derde dochter van hertog Richard van York (1411-1460) en Cecily Neville (1415-1495). Volgens beschikbare genealogische tabellen had ze zeven broers. Van moederskant was Margaretha verbonden met een zeer uitgebreid familienetwerk, waaronder de koning van Schotland, twee hertogen, acht graven, twee lords, de koninklijke families van Spanje en van Portugal, het Huis Habsburg en het hertogelijk Huis van Bourgondië. Ironisch genoeg was ze ook verbonden met de Lancasters! Toch koesterde ze haar leven lang een diepe haat jegens hen. De tak van graaf Ralph, haar grootvader aan moederskant, was zeer vruchtbaar, met 22 kinderen. Aan vaderskant hadden de Yorks en de Mortimers daarentegen niet veel nakomelingen.
In 1459, Margaretha was toen 13, verdreven de soldaten van koning Hendrik VI (1421-1471) het leger van hertog Richard van York uit de prachtige stad Ludlow. Ze plunderden het kasteel en mishandelden hertogin Cecily en haar jonge dochter . Zou dit vreselijke incident een mogelijke reden kunnen zijn waarom Margaretha kinderloos is gebleven? Op 30 december 1460 kwam haar vader om in de Slag om Wakefield en op 4 maart 1461 werd haar broer tot koning gekroond als Eduard IV. Deze zou haar gedurende 7 jaar onderhouden en door zijn huwelijk met Elisabeth Woodville kon Margaretha steeds vaker aan het Hof wonen. Tegen 1462, op 22-jarige leeftijd, had Margaretha beslist veel geleerd van de entourage rondom haar schoonzus de koningin. Margaretha bewonderde de manier waarop Elisabeth haar Hof bestuurde en zou dit model overnemen zodra ze hertogin van Bourgondië werd. Van Margaretha uit York wordt beweerd dat ze een meer dan verleidelijke prinses was met haar blonde krullen. Ze glimlachte soms, maar haar houding was over het algemeen gereserveerd. Margaretha leerde van jongs af aan Frans spreken en ze wist het haar hele leven met verve te gebruiken. Ze kon zowel Frans als Latijn lezen en (nonchalant) schrijven.
En toen, in juli 1468, trouwde ze met Karel de Stoute, hertog van Bourgondië. Dit huwelijk is uiteraard politiek. Hoe kwam dat tot stand ?
Margaretha was eerst verloofd met Don Pedro, een neef van Isabella van Portugal, die de moeder was van Karel de Stoute. Maar Pedro stierf plots op 29 juni 1466. Op 3 juli 1468 trouwde ze met Karel de Stoute (1433-1477), die het jaar ervoor hertog was geworden. Eenmaal in de haven van Sluis van boord gegaan, voer ze in een kleinere boot naar Damme. Daar vond de huwelijksceremonie plaats in de kerk. De gevel van het stadhuis van Damme bevat nog steeds een prachtig standbeeld van Margaretha van York in een nis, evenals een van haar echtgenoot. In Brugge, vlakbij Damme, vierde het echtpaar de bruiloft gedurende een hele week, met weelderige ceremonies en ridderlijke optredens, zoals steekspelen, resulterend in één dode en verscheidene gewonden.
Bourgondië was een prerogatief van het koninkrijk Frankrijk. Als er een jongen als erfgenaam was, bleef het hertogdom onafhankelijk. In het andere geval zou Bourgondië opnieuw een vazalstaat van de koning van Frankrijk worden. Karel de Stoute was de vierde generatie op rij van de hertogen van Bourgondië. Het grondgebied van de Bourgondiërs was enorm toegenomen en de hertogen hadden geen zin om volgzame onderdanen van de koning van Frankrijk te worden, wetende dat hen dat zou verarmen. Met de Lage Landen hadden de Bourgondiërs de rijkste en meest industriële regio van West-Europa in handen. Deze rijkdom kwam voornamelijk van weverij en handel in wol, die in steden als Brugge, Gent, Ieper, enz. tot laken werd verwerkt dat over de hele wereld werd verkocht. Er zijn bijvoorbeeld bewijzen dat laken, gemaakt in Mechelen, tot Moskou werd verhandeld. Dat bewijst dat de Russen hun kwaliteit tegen de kou op prijs stelden!
In de tijd van Karel en Margaretha was de koning van Frankrijk Lodewijk XI (1423-1483) (sluw als een vos!). Hij deed er alles aan om de Bourgondische gebieden terug te krijgen. In deze hachelijke situatie zou Karel de Stoute beslist voor Engeland kiezen, dat bovendien bijna alle wol leverde die nodig was om er de stof van te maken in onze steden van “de landen van herwaarts over ». Dankzij een alliantie met Engeland, door middel van een huwelijk, kon hij de rijkdom van de Vlaamse steden en tegelijkertijd zijn eigen rijkdom veilig stellen. We kunnen zeggen dat het een « verstandshuwelijk » was tussen Margaretha en Karel.
Karel staat bekend als de « Groothertog van het Westen ». Hij wordt beschouwd als een van de rijkste en machtigste mannen van Europa. Wat betekent dit voor Margaretha, in termen van levensstijl of bijvoorbeeld mecenaat?
Voor het huwelijk van Margaretha met Karel de Stoute beloofde haar broer Eduard IV de hertog een som van 200.000 gouden kronen als bruidsschat. Dit geld had Karel hard nodig voor zijn harde confrontatie met Frankrijk! Karel van zijn kant schonk zijn echtgenote als bruidsschat het vruchtgebruik van enkele steden in de Lage Landen, waaronder Oudenaarde, Dendermonde en Mechelen als weduwepensioen.
Het huwelijksleven van Karel en Margaretha was niet erg intens. Aanvankelijk, tot 3 januari 1469, bleven ze ongeveer drie weken samen. De volgende twee jaar woonden ze ongeveer een kwart van de tijd samen. Toen beseften ze wel dat hun verbintenis onvruchtbaar zou blijven. Dat was een grote teleurstelling voor Margaretha. Was ze echt niet in staat om kinderen te krijgen? Karel, van zijn kant, had zijn potentie al bewezen … Hij had een enige dochter, Maria (1457-1482), geboren uit zijn tweede vrouw, Isabella van Bourbon (overleden in 1465). Twee bastaardzonen worden aan hem toegeschreven: Jan en Pierson van Bourgondië. In de kronieken van die tijd zijn er schuchtere aanwijzingen dat Karel homofiel zou zijn geweest, omdat hij graag vertoefde in het gezelschap van jonge mannen … Vanaf het begin van 1471 tot aan zijn dood op 5 januari 1477, zagen Karel en Margaretha elkaar slechts sporadisch. Vaak trok de hertogin zich terug in een klooster of kasteel op enkele kilometers van waar haar man zich bevond. Als plausibele verklaring werd gezegd dat het respectievelijke Hof van elk van hen, met enkele honderden mensen, te omvangrijk was om een geschikte plek te vinden die iedereen kon huisvesten. Hun allerlaatste ontmoeting was in juli 1475. Ondanks dit turbulente leven, met eindeloze verplaatsingen en oorlogvoering van Karels kant, steunden de ”huwelijkspartners” elkaar bij het besturen van hun gewesten. Ze gedroegen zich altijd beleefd en respectvol.
Margaretha van York reisde veel door hun vorstendommen. Bijna altijd nam ze haar elf jaar jongere stiefdochter, Maria van Bourgondië, mee. Ze konden het goed met elkaar vinden, als echte zusters. Beiden hielden van paardrijden en waren bekwame amazones. Ze hielden van jacht en valkerij. Van Margaretha weten we dat ze zeer vroom was en niet naliet de bedevaartsoorden te bezoeken.
De periode van de hertogen van Bourgondië viel samen met de grote ontwikkeling van de portretschilderkunst. Er is een zeer representatief portret van de jonge hertogin te vinden in de Lehman-collectie van het Metropolitan Museum of Art (New York), waarschijnlijk besteld door de hertog. De schilder is anoniem gebleven, hoewel het werk wordt toegeschreven aan Petrus Christus of een Franse tijdgenoot die actief was aan het Bourgondische Hof. Het schilderij meet 20 x 12 cm en maakte deel uit van een klein tweeluik waarvan het tweede deel is verdwenen. Margaretha is geportretteerd met een kalme blik, introspectieve ogen, precies zoals ze destijds werd omschreven: een intelligente en energieke vrouw, helemaal in staat om voor zichzelf en de belangen van haar familie op te komen.
De beeltenis van Margaretha komt ook voor op schilderijen die patroonheiligen voorstellen en in manuscripten die ze bestelde. Zo gaf ze opdracht voor een essay over het actieve liefdadigheidsleven aan haar aalmoezenier Nicolas Finet. Het toont ons een originele iconografie: « Benois seront les miséricordeux » (“Zalig zijn de barmhartigen”). Dit manuscript bevat twee gepersonaliseerde miniaturen waarvan één met de zeven werken van barmhartigheid die Margaretha had verricht; de andere toont Margaretha in gebed voor kerkelijke gebouwen in Brussel. De iconografische keuzes die de persoon Margaretha en haar identiteit vertegenwoordigen met behulp van heraldische elementen zijn zeer opmerkelijk. Bijvoorbeeld de initialen « C » en « M » (Charles en Marguerite), het ruitvormige wapenschild met haar devies “bien en aviegne” (« Er moge goeds van kome”).
Het was Margaretha die het eerste Engelstalige boek van William Caxton in Brugge liet drukken. Ze moeide zich nadrukkelijk met de woordkeuze. In de proloog van het boek « The Recuyell of the Historyes of Troye » vermeldt Caxton uitdrukkelijk dat Margaretha hem de fouten aanwees die hij in het Engels had gemaakt (« de faute in myn English ») en dat ze hem vroeg om ze te corrigeren (« commended me to amend »). Hier zien we onze Margaretha ten voete uit:: alles onder controle willen hebben!
Margaretha deed ook aan politiek. Zij vertegenwoordigde of assisteerde haar echtgenoot bij diplomatieke ontvangsten aan het Hof en bij de vergaderingen van de Staten-Generaal. In 1475 vroeg ze de vier leden van Vlaanderen om een buitengewone toelage voor haarzelf en voor haar stiefdochter. En die werd hun toegekend. Hier bespeuren we een typisch trekje « Margaret Thatcher-isme-avant-la-lettre »… In 1476 bezocht Margaretha, op verzoek van Karel de Stoute die militaire en financiële problemen had met de Zwitsers, de steden van de Lage Landen om geld te vorderen. De steden hielden de boot af. Toen Antoinette de Rembure, de weduwe van de raadsman van de Grote Raad (Parlement) van Mechelen, Guy de Humbertcourt, ridder van de Orde van het Gulden Vlies, werd ontvoerd, kwam Margaretha tussenbeide bij de autoriteiten om te zorgen voor de voogdij en de erfenis van de kinderen, en vervolgens om de moeder te bevrijden. Met succes. Na dit avontuur gingen Margaretha en Antoinette samen bidden voor het wonderbaarlijke beeld in de kerk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Hanswijk in Mechelen. In 1472 werd het Kasteel van Male (Brugge-Sint-Kruis), haar woonplaats, gedeeltelijk verwoest door brand. Hertog Karel kwam uit Brugge om de schade vast te stellen. Margaretha verklaarde dat ze persoonlijke bezittingen ter waarde van 50.000 tot 60.000 kronen had verloren en dat ze bij de ramp tapijten, juwelen, kleding en bont had moeten achterlaten … De Staten-Generaal kwamen haar te hulp om het verlies (gedeeltelijk) te vergoeden.
Alles veranderde op 5 januari 1477, toen Karel omkwam bij Nancy, terwijl hij probeerde het hertogdom Lotharingen te veroveren. Er staan nu twee vrouwen aan het hoofd van de Bourgondische gewesten: Maria, de nieuwe hertogin, 19 jaar, en haar stiefmoeder, Margaretha van York. Wat gebeurt er met deze twee vrouwen?
De dood van Karel de Stoute op 5 januari 1477 nabij Nancy, maakte Margaretha van York tot weduwe en Maria van Bourgondië tot wees en rijke erfgename van de Bourgondische landen. Een getrouwde vrouw was in die tijd in alles ondergeschikt aan haar man. Hij kon het lot van zijn vrouw bepalen zonder haar te raadplegen. Aan de andere kant was een weduwe vrij om te beslissen wat ze met haar bezittingen deed. Haar erfenis maakte haar economisch onafhankelijker. Dat is reden genoeg om te begrijpen waarom een weduwe als Margaretha van York, en later haar stief-kleindochter Margaretha van Oostenrijk, niet zouden hertrouwen.
In het geval van vorsten, zoals bij Margaretha en Maria, verwachtten de mensen van hen dat ze op een rechtvaardige, krachtige en moedige manier voor hun onderdanen zouden optreden, zoals de bijbelse heldin Judith. Dat was ook wat het volk hun toonde toen ze hun Blijde Intredes hielden. Zo beeldden de burgers taferelen uit uit het verhaal van Judith met Holofernes. Margaretha van York nam haar verantwoordelijkheid voor de Lage Landen op zich, hoewel de jonge Maria van Bourgondië eigenlijk de soeverein was. Die laatste bleef ook de titulaire hertogin na haar huwelijk met Maximiliaan I van Oostenrijk, die optrad als prins-gemaal.
Steden, zoals Brugge en vooral Gent, kwamen in opstand. Men wilde geen belasting meer betalen en het kwam tot handgemeen met de ambtenaren van het Hof, maar ook met de wethouders die sympathiseerden met de Bourgondiërs. Om deze gevaarlijke situatie te kalmeren, stemde de jonge Maria van Bourgondië ermee in om opnieuw de oude privileges van vóór de komst van haar vader Karel te herstellen. Deze overeenkomst staat bekend als « Het Groot Privilegie ». De spanningen waren met dit akkoord iets verbeterd, maar ze verdwenen niet helemaal. Maximiliaan van Oostenrijk moest tien jaar lang vechten tegen de opstandige steden, vaak met gevaar voor eigen leven. In 1498 was Gent de laatste die zich onderwierp voor de Grote Raad (Parlement) van Mechelen.
Tegelijkertijd bleef koning Lodewijk XI van Frankrijk oorlog voeren. Hij beweerde dat het prerogatief voor Frankrijk nog steeds gold, zelfs na vier opeenvolgende generaties van onafhankelijke hertogen van Bourgondië. Omdat Maria van Bourgondië geen jongen was, vond hij dat de Bourgondische landen, die voorheen als feodaal bezit aan de kroon van Frankrijk toebehoorden, hem toekwamen. Dit waren onder meer Vlaanderen, Henegouwen, Artesië, Picardië …
In de voortdurende poging van Maximiliaan om de steden te onderwerpen, werd hij altijd gesteund en aangemoedigd door Margaretha van York. Na de dood van haar echtgenoot trok ze zich voor korte tijd terug in Oudenaarde, in Vlaanderen, dat eerder vijandig stond tegenover de dynastie. Ze had deze stad als erfgoed verkregen en werd er beschermd door een contingent van 300 Engelse soldaten. Die moesten er tegelijkertijd ook voor zorgen dat de stad het onderhoud van Margaretha betaalde … Waarschijnlijk vanwege de Franse dreiging en het feit dat de opstandige steden haar haar rechten van erfgoed in Vlaanderen hadden ontnomen, veranderde Margaretha van woonplaats. Ze vestigde zich in Mechelen, gelegen op 25 km van Brussel. Deze stad had een zeehaven aan de rivier de Dijle. Het was een Heerlijkheid midden in het hertogdom Brabant. Het hing uitsluitend af van de soeverein, die destijds hertogin Maria van Bourgondië was, met haar echtgenoot Maximiliaan van Oostenrijk, koning van Rome en toekomstige vorst van het Roomse Rijk. Via de rivier was Mechelen ook verbonden met Leuven, universiteitsstad, en met Brussel, de hoofdstad. Mechelen was ook de zetel van de Grote Raad (Parlement) van Mechelen, de hoogste juridische instelling van de “de landen van herwaarts over ». Tegelijkertijd was de stad een zeer bekend centrum vanwege zijn bronsgieterijen die klokken produceerden en vooral … kanonnen! Geen enkele tegenstander van de stad zou er een vinger tegen durven opsteken, want al wie Mechelen aanviel, viel de vorst rechtstreeks aan. Men zou wel drie keer nadenken vooraleer een belegering te beginnen tegen een stad met als motto « In Trouwe Vast », impliciet « aan de vorst ». De Mechelaars zouden de kip met de gouden eieren niet doden of laten doden! In onze stad Mechelen voelde Margaretha van York zich op haar gemak. Ze nam zelfs de moeite om onze Dietse taal te leren, het Nederlands van die tijd dat eigenlijk niet veel verschilde van het Engels van Chaucer.
In 1480 leidde Margaretha van York een missie in Londen om (tevergeefs) hulp te krijgen van haar broer Eduard IV ten gunste van Bourgondië. Ze had zich aangesloten bij de complotten van de Yorkisten tegen Hendrik VII (Tudor, van de familie Lancaster). Het kwam erop neer de bedriegers Simnel te ondersteunen, en vooral Perkin Warbeck, die bekend stond onder de naam « Richard van York ». Ze had hem erkend als haar neef en had hem gesteund in zijn plan tegen Hendrik VII. Ze had zelfs in 1494 in Antwerpen contracten met hem getekend. Niettemin was de rol van Margaretha tegen Hendrik VII beperkt en voorzichtig. Ze heeft zeker verbannen Yorkisten aan haar Hof ontvangen en zelfs voor de invasies van Simnel en Warbeck betaald. Toen de Bourgondische regering, dat wil zeggen Maximiliaan, van beleid veranderde en de hulp aan de Yorkistische pretendenten stopte, koos ze dezelfde richting.
Nieuwe beproeving met de dood van Maria op 27 maart 1482. Margaretha wordt de beschermvrouwe van de twee erfgenamen, Filips en Margaretha. Wat is haar rol nu in de Bourgondische Lage Landen?
Maria van Bourgondië trouwde in 1477 met Maximiliaan van Oostenrijk, een man die ze met volle instemming had uitgekozen bij het kijken naar een portret van hem. De Habsburgers zullen vanaf dan voor de komende eeuwen het familiale en politieke toneel in Europa domineren. In het begin had het echtpaar taalproblemen. Maria sprak geen Duits en hij sprak noch Frans, noch (oud) Nederlands (Diets). Toch was er liefde in het spel en al snel volgde de geboorte, op 22 juni 1478, van Filips (de Schone) in Brugge. Op 7 augustus 1479 versloeg Maximiliaan het Franse leger bij Guinegate, onder andere met de hulp van 500 Engelse kruisboogschutters, gerekruteerd door Margaretha van York. Op 10 januari 1480 beviel Maria van Bourgondië in Brussel van de kleine Margaretha (van Oostenrijk). Ten slotte, op 2 september 1481, werd een derde kind, Francis, geboren in Brussel, maar het kleintje stierf op de leeftijd van 3 maanden. Maria van Bourgondië (bijgenaamd « La Riche ») was een zeer levendig meisje en vrouw. Ze hield van muziek en dans, feesten en jachten. Helaas kostte dit laatste vermaak haar het leven. Op 13 maart 1482 nam ze deel aan een jacht in de buurt van het kasteel van Male (Brugge Sint-Kruis). Bij de start struikelde haar paard. Ze viel op de grond. Het paard rolde over haar heen. Maria raakte ernstig gewond. Haar ribben hadden haar longen doorboord. Een infectie en een zeer pijnlijke lijdensweg leidden tot haar dood op 27 maart 1482. Ondanks alles had ze haar laatste wensen kunnen dicteren om de erfenis van haar twee kinderen te regelen.
In Mechelen legde Margaretha van York zich met hart en ziel toe op de opvoeding van haar kleinkinderen. Filips, die tot juli 1485 jarenlang als gijzelaar werd vastgehouden door de Gentenaars, werd vrijgelaten en kon terugkeren naar zijn grootmoeder. De band tussen de twee was tijdens hun leven erg sterk. En er was de kleine Margaretha van Oostenrijk. Margaretha van York moest haar naar het kasteel van Amboise laten vertrekken. De kleine meid was pas drie jaar oud en om politieke redenen was ze uitgehuwelijkt aan de dauphin, de toekomstige Karel VIII, zo’n tien jaar ouder dan zij. Ze werd goed opgeleid in Frankrijk, maar op 14-jarige leeftijd werd ze teruggestuurd, omdat Karel liever met Anna van Bretagne huwde. Onze Margaretha van Oostenrijk, respectloos behandeld door de Fransen, keerde terug naar het Hof van haar grootmoeder in Mechelen, waar ze met open armen werd ontvangen en verder werd opgeleid om de echtgenote te worden van de Spaanse troonopvolger Don Juan, zoon van Isabella de Katholieke. Margaretha van York mocht nog de geboorte meemaken van de eerste kinderen van Filips de Schone en Johanna van Castilië (bijgenaamd « de Waanzinnige »): Eleonora in 1498, Karel in 1500 en Isabella in 1501. Ze hield de kleine Karel (de latere Karel V) boven de doopvont in Brussel in 1500. Margaretha ging nooit met pensioen. Ze stierf in haar klein paleis, gebouwd tegenover haar grote paleis, in Mechelen op 23 november 1503.
De correspondentie tussen de stad Mechelen en de hertogin getuigt van een ware hartelijkheid. Ze zorgde voor een goede relatie met de gemeentelijke magistraten. Zo drukte ze schriftelijk haar voldoening uit over de hulp die de Mechelse kruisboogschutters haar echtgenoot hadden verleend tijdens het beleg van Neuss (1474-1475). Al in 1479 had ze van haar broer, koning Eduard IV, bijkomende commerciële privileges voor de Mechelaars verkregen. Door haar trok Mechelen veel internationale belangstelling. Koningen, keizers, prinsen en prinsessen bezochten haar Mechels Hof en vele gerenommeerde families vestigden zich in de stad. Vandaag kunnen we in onze stad nog een tiental authentieke ‘stadspaleizen’ ontdekken. In de jaren 1501-1502 schonk Mechelen haar 2.000 gulden, uit dank voor de vele diensten die zij de stad had bewezen.
Margaretha woonde toen voornamelijk in haar paleis in Mechelen. U bent zo goed geweest om drie foto’s met ons te delen. Kunt u ons daar iets over vertellen? Hoe was het leven van Margaretha in Mechelen? Welke erfenis en welke herinnering heeft ze daar achtergelaten?

Gedeeltelijke gevel van het Paleis van Margaretha van York in de Keizerstraat.
© Cécile Delperdange
In 1477, toen weduwe Margaretha zich vestigde in Mechelen, het rijkste deel van haar erfgoed, kocht ze het “Hof van Kamerijk”, het voormalige huis van de aartsbisschop van Kamerijk, Jan van Bourgondië, bastaard van hertog Jan Zonder Vrees, en dus oom van Karel de Stoute. Ze gaf 4.000 gulden uit aan deze volledig gemeubileerde woning. Naar de wensen van de hertogin-weduwe werd het gebouw sterk vergroot en gerestaureerd door architect Andries Keldermans, lid van een Mechelse dynastie met internationale faam op het gebied van bouw. De stad schonk een geldbedrag « om de kosten te dekken ». Drie kwart van de gebouwen van dit enorme paleis is door de eeuwen heen verdwenen. Alleen een torentje (met de schilden van Karel en Margaretha [zie afbeelding bovenaan het artikel]) en een vleugel, aan de straatkant, zijn vandaag nog te zien. Maar dat is indrukwekkend genoeg om de oude grandeur van het gebouw op te roepen. De genoemde vleugel, parallel aan de straat, werd gebouwd op verzoek van Margaretha van York. Hij wordt momenteel gebruikt als stedelijk theater. Er zijn architectonische elementen die verwijzen naar het Palais Rihour in Rijsel, bijvoorbeeld de « grote galerij ». Jaren later verkocht Margaretha alle bezittingen in Mechelen en schonk alles aan haar stief-kleinzoon Filips de Schone. De stad verfraaide het paleis dat toen het « Prinsenhof » werd. Vanaf 1501 woonden daar de kinderen van Filips de Schone. Ze kregen onderwijs onder leiding van hun overgrootmoeder, Margaretha van York. Na haar nam Margaretha van Oostenrijk (« Tantine ») het roer over. Tegen het einde van de 15de eeuw vond Margaretha van York het paleis te groot voor haar alleen. Ze had het gevoel dat ze oud aan het worden was. Ze kocht enkele huisjes van begijnen (« maagden ») aan de overkant van de straat. Ze liet deze gebouwen door de Keldermansen ombouwen tot een klein paleis. Het zou later het hart worden van het paleis in renaissancestijl dat Margaretha van Oostenrijk rond 1525 bouwde.

Standbeeld van Margaretha van York in de nis van de binnenplaats
van het Mechelse stadhuis.
© Cécile Delperdange
Dit witte stenen beeld dateert uit 1933-1934. Het werd gebeeldhouwd door de Mechelaar Hendrik Van Eygen (1909-1967). Hij wilde hoogleraar worden aan de Academie van Beeldende Kunsten en moest daarvoor zijn kunnen bewijzen door dit beeld te maken. Het resultaat is zeer bevredigend. We bewonderen een vrij jonge Margaretha van York in golvende kleding en met een elegante houding. Voor één keer draagt ze niet haar hennin, maar een hertogelijke kroon. In haar hand houdt ze een appelvormig geurdoosje.

Kopie van de grafsteen van Margaretha van York.
© Cécile Delperdange
Margaretha werd begraven in de Minderbroederskerk in Mechelen in 1503. Haar stoffelijk overschot bevond zich voor een belangrijk altaar, onder een bronzen gedenkplaat. In de 16de eeuw plunderden de beeldenstormers de kerk. Haar grafmonument en de gedenkplaat verdwenen. Gelukkig was er nog een tekening van. Er zijn verschillende opgravingen uitgevoerd en gevonden beenderen van vrouwen zijn wetenschappelijk onderzocht, maar er is niets gevonden dat uitsluitsel kon geven. Op 21 oktober 2000 heeft de internationale vereniging van « Ricardians » tijdens een ceremonie een kopie van de gedenkplaat aangebracht op de buitenmuur van het gebouw (momenteel het Cultuurcentrum van de stad). De « Ricardians” willen de naam en de reputatie in ere herstellen van Richard III, die ervan werd verdacht zijn twee neven te hebben laten vermoorden in de « Tower » in Londen.